Zeker door het vele appen, maar ook door een slechte werkhouding hebben de nek, schouders en armen het zwaar te verduren. De overbelastingsklachten, muisarm, sms-vinger of WhatsApp-vinger werden vroeger samengevoegd en RSI genoemd. Maar die naam is in de wetenschappelijke en medische wereld aangepast vanwege de te negatieve uitstraling en veranderd in KANS.
KANS staat voor Klachten Arm Nek Schouder. Het is een verzamelnaam voor allerlei klachten in de nek-, schouder- en arm regio. Kenmerkend is dat de aandoeningen sluipenderwijs door een verstoring van de balans tussen belasting en belastbaarheid ontstaan.
KANS komt in heel veel beroepsgroepen voor en wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door vaak herhaalde bewegingen, langdurig in een statische houding verkeren, of een combinatie hiervan.
Hoe herken je KANS?
Ongeveer 1 op de 4 werknemers blijkt, in meer of in mindere mate, last te hebben van lichamelijke klachten die verband houden met KANS. KANS ontstaat niet zomaar van de ene dag op de andere. Er gaat heel wat aan vooraf. In de meeste gevallen zijn er al vrij vroeg wat klachten. Omdat ze niet heftig zijn en weer over gaan na enige rust worden deze waarschuwingen genegeerd. Het is belangrijk om de diverse stadia en de bijbehorende symptomen te herkennen zodat je tijdig kunt ingrijpen en verergering kunt voorkomen.
Stadium 1: Tijdens het werken ontstaan vervelende klachten die duidelijk veroorzaakt worden door vaak herhaalde bewegingen, langdurig in dezelfde werkhouding staan of zitten en een combinatie van beide. Het zijn lichte klachten welke snel verdwijnen na beëindiging van de veroorzakende activiteit.
Veelvoorkomende symptomen zijn vermoeidheid, gevoeligheid en een lichte tinteling in polsen, handen, armen, schouders en/of nek. Vaak worden deze symptomen genegeerd terwijl juist in stadium 1 de ontwikkeling van KANS nog voorkomen kan worden door aanpassingen in de werkomgeving, werkhouding en werkdruk.
Stadium 2: De klachten worden heftiger en beginnen ook op te treden bij normale handelingen zoals afwassen, tandenpoetsen, sporten of hobby’s. De pijn is brandend en/of tintelend van aard en wordt gevoeld in de handen, polsen armen, schouders en nek. Soms is er krachtverlies en/of een doof gevoel in de handen. De pijn verdwijnt niet meer wanneer de handeling gestopt wordt.
In dit stadium wordt vaak duidelijk dat het KANS betreft en is het zaak de klachten serieus te nemen.
Neem je werksituatie kritisch onder de loep of schakel de hulp in van een bedrijfsarts en bespreek mogelijke aanpassingen. Denk hierbij aan de vorm van de muis, de plaatsing van de muis, hoogte bureau, plaatsing scherm en natuurlijk je bureaustoel.
Stadium 3: In dit stadium zijn de klachten niet meer gerelateerd aan de activiteiten die je verricht maar is de pijn permanent aanwezig en kunnen je ernstig beperken in zowel werk- als privéomgeving.
Veel voorkomende symptomen in het laatste stadium zijn krachtverlies in de spieren van handen en/of armen, tintelende vingers/handen, constante zeurende pijn of pijnscheuten, moeite met simpele dingen zoals het pakken van een kopje koffie en vaak slaapproblemen vanwege de pijn.
Wat te doen bij KANS?
Het is belangrijk dat je de eerste waarschuwingen op een mogelijke ontwikkeling van KANS serieus neemt en probeert de werkomgeving, werkhouding en werkdruk aan te passen. Daarnaast gedoseerde rust afgewisseld met oefeningen om de belastbaarheid van de nek-, schouder- en armspieren te vergroten. Een fysiotherapeut kan je daarbij helpen. Massage van de overbelaste regio helpt bij het ontspannen van de spieren.
Wanneer de klachten al een tijdje aanwezig zijn en ergens tussen stadium 2 en 3 hangen is het tijd om de hulp van een huisarts en bedrijfsarts in te schakelen. De huisarts kan de pijn medicamenteus verlichten en de bedrijfsarts kan verder zorgen voor de aanpassing van de werkplek en werkdruk. Ook is hij degene die kan besluiten je een tijdje in de ziektewet te doen. De fysiotherapeut ondersteunt je verder met het vergroten van de belastbaarheid, het adviseren en verbeteren van je houding en kan met massage positief bijdragen aan de ontspanning en doorbloeding van de aangedane spieren.
Omdat stress een belangrijke factor is die meespeelt bij het opbouwen van spierspanning en daarmee de ontwikkeling van KANS versterkt, is het ook zaak om niet alleen naar de fysieke werkplek te kijken maar ook naar het psychosociale aspect. Is de werkdruk niet te hoog, is er spanning op de werkvloer, word je gepest; kortom heb je het nog wel naar je zin op je werk. En eigenlijk geldt dat ook voor de privéomgeving.
Voorkomen is beter dan genezen
Zorg voor een aangepaste werkplek, een goede werkhouding, niet te veel werkdruk en een gezonde geest in een fysiek fit en ontspannen lichaam. De Oude Grieken wisten het al: mens sana in corpore sano, een gezonde geest in een gezond lichaam. Zorg goed voor jezelf!
Comentarii